Vordering van legataris tegen notaris waarbij om afgifte stukken is gevraagd. In casu geen geheimhouding notaris.
In deze zaak moet de notaris de stukken afgeven die zijn gevraagd omdat deze nodig zouden kunnen zijn in een bodemprocedure. De notaris moet in beginsel geheimhouding betrachten met betrekking tot hetgeen hem in zijn hoedanigheid als notaris is toevertrouwd.
Desondanks kan de notaris gehouden zijn de stukken te verstrekken na een belangenafweging. De rechter komt in deze zaak tot het voorlopig oordeel dat ten aanzien van de gevorderde stukken, inclusief de inhoud van de gevorderde door de notaris af te leggen verklaring, het belang bij afgifte zoveel zwaarder weegt dan het belang dat deze stukkenen de inhoud van een door de notaris op te stellen verklaring vertrouwelijk blijven, dat de notaris deze stukken inclusief bedoelde verklaring aan de eiseres zal moeten verschaffen.
Uit deze stukken zou kunnen blijken dat ondanks het mankement in de totstandkoming van het testament van erflaatster van 29 mei 2018 het daarin opgenomen legaat wel in overeenstemming is met een mogelijk toen al lange bestaande wil van erflaatster.
(ECLI:NL:RBGEL:2022:3679)