Waarde van de door erfgenamen weggegeven inboedel bij vaststelling legitieme portie.
Vader en moeder zijn overleden met achterlating van drie kinderen. Moeder heeft één kind onterfd en de twee kinderen hiervan bij plaatsvervulling tot erfgenaam benoemd naast de twee andere kinderen. Er is geen executeur. Het onterfde kind beroept zich op haar legitieme portie en vordert vaststelling daarvan.
In dit kader is in geschil onder andere de waarde van de inboedel. De twee erfgenamen hebben deze weggedaan zonder overleg met het onterfde kind en haar twee kinderen als plaatsvervangers. De rechtbank bepaalt dat de nalatenschap mede wordt geregeerd door de goede trouw en dat dit betekent dat geen beschikkingsdaden worden verricht zonder behoorlijke beraadslaging vooraf tussen alle betrokkenen. In elk geval mag worden verwacht dat de andere betrokkenen in kennis worden gesteld van het voornemen om beschikkingsdaden te verrichten. Voor zover beschikkingsdaden worden verricht kan zonder enige moeite van de betreffende zaak een foto worden gemaakt aan de hand waarvan mogelijke ruzies kunnen worden beslecht. Een erfgenaam die anders handelt dient daarvan de gevolgen te dragen.
In dit geval hadden de twee kinderen die erfgenamen waren de inboedel weggedaan. De rechtbank heeft toen bepaald dat de waarde van de inboedel wordt geschat met als uitgangspunt de door kinderen van het onterfde kind vermelde vervangingswaarde. Dit is dus een risico.
Rechtbank Limburg, 18 augustus 2021 (ECLI:NL:RBLIM:2021:6594)